Overheveling van epoëtines en G-CSF-middelen

De bekostiging en levering van epoëtines en G-CSF-middelen zullen vanaf 2022 via het ziekenhuis verlopen.

Het ziekenhuis is vanaf dat moment verantwoordelijk voor de inkoop, verstrekking en zorgverlening thuis bij patiënten die samenhangt met het gebruik van deze geneesmiddelen. De verpleegkundige zorg rondom toediening van deze geneesmiddelen in de thuissituatie wordt niet van het GVS naar de ziekenhuisbekostiging overgeheveld. Zorgverzekeraars kunnen deze zorg vanaf 2022 inkopen bij het ziekenhuis of bij een thuiszorgorganisatie. De overheveling van bekostiging biedt het ziekenhuis betere sturingsmogelijkheden en zal de zorg met deze middelen doelmatiger maken.

Tussen nu en 1 januari 2022 zijn er veel zaken die geregeld moeten worden om de overheveling goed te kunnen laten verlopen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het traceren van patiënten, distributie, organiseren van aflevering en toediening van deze medicatie in de thuissituatie, het maken van afspraken met de zorgverzekeraar, communicatie, gegevensoverdracht met openbare apothekers en declaratie.

Op landelijk niveau werken de FMS, NVZA, NVZ, NFU en ZN samen om de overheveling goed te laten verlopen. Ze stellen onder meer een handboek voor deze overheveling op met praktische en financiële informatie over bekostiging, distributie, medicatiebewaking en communicatie. De NVMO leverde input voor het handboek en deelde met de FMS en NVZ haar zorgen over de kwaliteit en continuïteit van zorg. Deze zullen betreffende partijen bespreken in het landelijk overleg.

Ter voorbereiding op de overheveling adviseert de NVMO haar leden om samen met de ziekenhuisapotheker, poliklinisch apotheker of het transmuraal team te bespreken welke medicatie en zorg voor deze patiënten nodig is en hoe dit goed geregeld kan worden vanuit het ziekenhuis of in samenwerking met (thuiszorg)organisaties.

Handboek overheveling