In aansluiting op het eerder gepubliceerde landelijke flashmobonderzoek over de reisbereidheid van oncologische patiënten – ‘Hoe lang zijn patiënten bereid te reizen voor medisch-oncologische zorg?’ in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde – zijn aanvullende analyses uitgevoerd naar mogelijke verschillen in reisbereidheid tussen patiënten met een te genezen (curatieve) en ongeneeslijke (palliatieve) vorm van kanker. Gegevens van ruim 4.000 patiënten werden verzameld in 65 Nederlandse ziekenhuizen tijdens een flashmobstudie. Hiervan hadden 2950 patiënten nog kanker op het moment van de vragenlijst, waarvan 34 procent aangaf een curatieve vorm van kanker te hebben en 66 procent een palliatieve vorm.
Ervaren reisproblemen hangen niet af van het doel van de behandeling
De meeste patiënten gaven aan geen problemen te ondervinden met reizen voor oncologische zorg. Dit gold voor zowel patiënten met een curatieve vorm (71 procent) als voor patiënten met een ongeneeslijke vorm (69 procent). Het verschil tussen beide groepen was niet significant.
De meest voorkomende reisgerelateerde klacht onder patiënten die aangaven soms, vaak of altijd problemen te ondervinden, was het gevoel een last te zijn voor anderen — zowel bij patiënten met een curatieve (46 procent) als palliatieve (45 procent) vorm van kanker. Bij patiënten met een curatieve vorm van kanker werden daarnaast de frequentie van ziekenhuisbezoeken (28 procent) en reiskosten (25 procent) als belangrijkste belemmeringen genoemd. Voor patiënten met een palliatieve vorm van kanker waren dat: zich te ziek of te moe voelen om te reizen (25 procent), de frequentie van bezoeken (20 procent) en reiskosten (20 procent).
Bereidheid om te reizen hangt niet af van het doel van de behandeling
De bereidheid om meer dan 30 minuten te reizen voor een behandeling is gelijk tussen patiënten met een geneeslijke vorm van kanker en die met een ongeneeslijke vorm. De bereidheid om te reizen voor tumorgerichte behandeling, voor controlebezoeken en zorg in gespecialiseerde ziekenhuizen hing vooral samen met het opleidingsniveau en de fysieke gesteldheid van de patiënt. Patiënten met een hoger opleidingsniveau en een betere fysieke gezondheid waren vaker bereid om langere reistijden te accepteren voor hun oncologische zorg.
Implicaties voor patiëntgerichte zorg
In het kader van het Integraal Zorgakkoord, waarin onder meer afspraken worden gemaakt over de concentratie en spreiding van gespecialiseerde zorg (waaronder oncologie), onderstrepen de resultaten het belang van goed afgestemde en gepersonaliseerde zorg ongeacht het doel van de behandeling. Denk aan het combineren van afspraken en onderzoeken, het inzetten van digitale consulten waar mogelijk, en waar mogelijk het bieden van zorg dichter bij huis of thuis. Ook is het belangrijk dat patiënten goed geïnformeerd zijn over hun rechten, zoals vergoedingen voor vervoer of verblijf.
Meer informatie
Het volledige onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Supportive Care in Cancer en biedt aanknopingspunten voor verdere verbetering van de toegankelijkheid van oncologische zorg.