Klinische consensus over oligometastasen

Dr. Tiuri Kroese promoveerde in oktober vorig jaar op onderzoek naar oligometastasen bij oesofagus- of maagcarcinoom. ‘We wilden onderzoeken of patiënten met oligometastasen mogelijk baat kunnen hebben bij lokale behandeling van metastasen’, vertelt hij aan Medische Oncologie. Er bleek geen definitie van oligometastasen te zijn, wat hem en zijn collega's aanzette om het oligometastatic esophagogastric cancer (OMEC)-project op te starten. Met zijn proefschrift bracht Tiuri Kroese klinische consensus over oligometastasen. Uit het juryrapport: 'Dr. Kroese heeft laten zien over verschillende onderzoeksmethoden te beschikken [...] en heeft o.a. gebruikt gemaakt van een systematic review, een Delphi-consensusstudie en een klinische studie. Daarbij heeft hij laten zien dat hij multidisciplinair over onze landsgrenzen kan samenwerken, waarbij dit heeft geleid tot internationale consensus en een nieuwe Europese richtlijn.’
Kroese zit in zijn laatste jaar van de opleiding tot radiotherapeut-oncoloog bij het Universitair Medisch Centrum in Zürich, Zwitserland. Hij doet tevens onderzoek naar oligometastasen van oesofagus- of maagkanker. Hij kon niet bij de uitreiking aanwezig zijn en zond daarom een online presentatie in.
Fundamentele inzichten in tumorheterogeniteit

Het proefschrift van dr. Mark Dings gaat over de moleculaire basis achter tumorheterogeniteit en verworven therapieresistentie bij colon-, pancreas- en oesofaguscarcinoom. Hij promoveerde november vorig jaar bij prof. dr. Maarten Bijlsma, prof. dr. Jan Paul Medema en prof. dr. Hanneke van Laarhoven. Dings’ onderzoek richtte zich op de vraag waarom de ene patiënt wel op een eerstelijns medicijncocktail reageert en de ander niet, terwijl ze ogenschijnlijk gelijkwaardig zijn. Een mesenchymaal subtype bij alle drie de onderzochte tumorsoorten lijkt geassocieerd te zijn met een slechtere prognose, zo is te lezen in Medische Oncologie. ‘De cellen zijn resistenter tegen chemotherapie en ook beweeglijker dan epitheliale subtypen, wat het risico op metastasering vergroot.’
Het juryrapport vermeldt onder meer: 'Naast dit translationele onderzoek, waarin moleculaire mechanismen worden onderzocht, wordt in zijn manuscript ook al de brug naar de klinische praktijk geslagen doordat gekeken is naar de prognostische en predictieve waarden van deze biomarkers.'
Dings is postdoctoraal onderzoeker bij het Prinses Máxima Centrum bij de groep van prof. dr. Jarno Drost. Zijn onderzoek richt zich op differentiatietherapie voor rhabdoïde tumoren bij kinderen.
Proefschriftprijzen
Beide prijswinnaars hielden tijdens de 31e Oncologiedagen een korte voordracht over hun bekroonde onderzoek. Ook ontvingen ze ieder een NVMO-certificaat en een geldprijs van 1.000 euro. De jury bestond uit dr. Cheryl Bruijnen (UMC Utrecht), dr. Tom van der Hulle (LUMC) en Lisanne Hamming (Medisch Centrum Leeuwarden).