Terug
  • Auteur
  • NVMO-commissie BOM
  • Printdatum
  • 14-09-2002
  • E-pubdatum
  • 14-04-2014

Erytropoëtine bij anemie door chemotherapie

Download PDF

In juni 2001 publiceerde het Journal of Clinincal Oncology de resultaten van een grote fase III-studie, waarin erytropoëtine werd vergeleken met placebo bij de behandeling van anemie, veroorzaakt door niet-platinabevattende chemotherapie [1]. Vervolgens verscheen in augustus 2001 in het Journal of the National Cancer Institute een meta-analyse van een aantal studies met erytropoëtine bij met chemotherapie geassocieerde anemie [2]. De commissie BOM bekeek beide studies en gaat in op de gevolgen voor de Nederlandse situatie.

In de meta-analyse [2] werd onderscheid gemaakt tussen studies van goede en van matige kwaliteit. Goede kwaliteit werd gedefinieerd als dubbelblind, gerandomiseerd van opzet, intention to treat-analyse en minder dan 10 procent exclusie bij de analyse van de studie. Afname van de kans op een bloedtransfusie was het enige eindpunt waarover voldoende gegevens beschikbaar waren in de meta-analyse.
De resultaten van elke studie werden samengevat als de ratio van de kans op een bloedtransfusie van met erytropoëtine behandelde patiënten ten opzichte van controles.
12 trials (n = 1390) konden aldus worden beoordeeld. 
Erytropoëtine deed de kans op transfusie afnemen met 9-45 procent bij patiënten met Hb-waarden < 10 g/dl (6,2 mmol/l) in 7 trials (n = 1080); met 7-47 procent bij patiënten met Hb-waarden tussen 10-12 g/dl (6,2 en 7,5 mmol/l) in 7 trials (n = 431) en met 7-39 procent bij patiënten met Hb-waarden > 12 g/dl (7,5 mmol/l) in 5 trials (n = 308). In alle studies van goede kwaliteit bedroeg de odds ratio voor het krijgen van een bloedtransfusie met erytropoëtine vergeleken met controles 0,45. In studies van matige kwaliteit bedroeg deze odds ratio 0,14. Het aantal patiënten dat moet worden behandeld om één transfusie te voorkomen (NNT) was 5,2 voor studies van goede kwaliteit en 2,6 voor studies van matige kwaliteit. 
Alleen studies met een gemiddelde uitgangs-Hb-waarde < 10 g/dl (6,2 mmol/l) vermeldden een significant effect van erytropoëtine op de kwaliteit van leven. Deze gegevens bleken echter niet geschikt voor een meta-analyse, aangezien kwaliteit van leven niet uniform was gemeten en veel studies beperkt van omvang waren.

 

Epoëtine alfa (n = 251)

Placebo (n = 124)
Transfusie-kans (totaal)  24,7% 39,5% (p = 0,0057)
A. Solide tumoren 24,3% 36,4%
B. Hematologische tumoren 25,2% 43,1%
     
Gemiddeld aantal transfusies
over 3 maanden
1,4 unit

2,5 unit (p = 0,03)

  • Hematologische respons
    (toename Hb > 2 g/dl)
70,5%

19,1% (p < 0,001)
  • Tijd tot respons (dagen)
52 75
  • Maximaal bereikt Hb
14,2 g/dl 12,2 g/dl
     
Kwaliteit van leven n = 200 n = 90
  • FACT-G (maximale
    score 116 punten)
+2,5

-3,6 (p = 0,004)

  • Moeheid-subschaal
    (52 punten)
+3,0

-2,2 (p = 0,004)

  • FACT-A (28 punten)
+4,0 -2,6 (p = 0,007)
     
CLA-schaal (score 0-100 punten)        n = 248 n = 108
  • Energie-niveau
+8,1 mm -5,8 mm (p = 0,007)
  • Dagelijkse activiteiten
+7,5 mm -6,0 mm (p = 0,0018)
  • Dagelijkse activiteiten
+4,9 mm -6,0 mm (p = 0,0048)
     
Overleving    
  • Mediaan
17 maanden 11 maanden n.s.
  • Na 1 jaar
60% 49% n.s.
     
Bijwerkingen  
  • Hypertensie
9 (4%) 1 (1%)
  • Trombo-embolieën
17 (7%) 8 (6%)
     
Kosten

12 weken
± € 4.125,–
2 transfusies
± € 500,–

Effect van epoëtine alfa op hematologische parameters en kwaliteit van leven bij niet-platinabevattende chemotherapie (randomisatie epoëtine alfa versus placebo 2:1) [1]

Referenties

Referenties

  1. Littlewood TJ, Bajetta E, Nortier JWR et al. ‘Effects of epoetin alfa on hematological parameters and quality of life in cancer patients receiving nonplatinum chemotherapy:results of a randomized, double blind, placebocontrolled trial’. J Clin Oncol 2001;19:2865-74. 
  2. Seidenfeld J, Piper M, Flamm C et al. ‘Epoetin treatment of anemia associated with cancer therapy: a systemic review and meta-analysis of controlled clinical trials’. J Natl Cancer Inst 2001;93:1204-14.
  3. Osoba D et al. ‘Interpreting the significance of changes in health-related quality of life scores’. J Clin Oncol 1998;16:139-44.
  4. Levine MN, Ganz P. ‘Beyond the development of quality-of-life instruments: where do we go from here?’ J Clin Oncol 2002;20:2215-16 (editorial).
  5. Browman GP. ‘Science, language, intuition, and the many meanings of quality of life’. J Clin Oncol 1999;17:1651 (editorial).
  6. Österborg A, Brandberg Y, Molostova V et al. ‘Randomized, doubleblind, placebo-controlled trial of recombinant human erythropoietin, epoetin beta, in hematologic malignancies’. J Clin Oncol 2002:20;2486-94.
  7. Demetri GD, Kris M, Wade J et al. ‘Quality of life benefit in chemotherapy patients treated with epoetin alfa is independent of disease response or tumor type: results from a prospective community oncology study’. J Clin Oncol 1998;16:4312-25.