Terug
  • Auteur
  • afvaardiging Nederlandse Borstkankeroncologen
  • Printdatum
  • 26-05-2023
  • E-pubdatum
  • 26-05-2023

Plaatsbepaling adjuvant olaparib bij niet-gemetastaseerd HER2-negatief mammacarcinoom bij BRCA-kiembaanmutatie

Download PDF

Hoog risico is in de OlympiA-studie gedefinieerd als een tripelnegatief mammacarcinoom (TNBC) bij ontbreken van een pCR na neoadjuvante chemotherapie, of een pT2-4tumor en/of N+-ziekte die niet neoadjuvante behandeld waren,1 of een ER+ HER2-negatief mammacarcinoom met ten minste 4 positieve okselklieren (pN2-3), of bij matige respons op neoadjuvante chemotherapie gedefinieerd als Clinical and Pathological Stage plus Estrogen receptor status and nuclear Grade (CPS + EG) score van drie of hoger (range 0-6, zie figuur)2. Patiënten hadden 6 kuren (neo)adjuvante anthracycline en/of taxanenbevattende chemotherapie ondergaan waarvan carboplatine een onderdeel mocht zijn.
Belangrijk verschil met de huidige Nederlandse praktijk is dat in de OlympiA-studie adjuvante behandeling met capecitabine niet was toegestaan voor patiënten met TNBC die geen pCR hadden in respons op neoadjuvante chemotherapie. Er zijn geen data die de effectiviteit en veiligheid van de combinatie van olaparib en capecitabine onderschrijven. Bij gemetastaseerd mammacarcinoom bij BRCAm toont de OlympiAD-studie een betere effectiviteit van olaparib ten opzichte van mono-chemotherapie (waaronder capecitabine).3 De toevoeging van behandeling met (neo)adjuvant pembrolizumab voor stadium II/III TNBC (gebaseerd op KEYNOTE-522, zie advies commissie BOM en plaatsbepaling in Medische Oncologie 1, februari 2023) is momenteel nog in afwachting van beoordeling door het Zorginstituut Nederland.
Subset-analyses in de OlympiA-studie lieten geen verschil in voordeel zien van adjuvant olaparib naar hormoonreceptorstatus noch naar voorbehandeling met carboplatine.
Op grond van bovenstaande overwegingen wordt adjuvante behandeling met olaparib gedurende een jaar bij patiënten met een niet-gemetastaseerd HER2-negatief mammacarcinoom geadviseerd bij:

  • geen pCR na neoadjuvante chemotherapie bij TNBC BRCAm*
  • na adjuvante chemotherapie bij een T2-4 en/of N+ TNBC BRCAm
  • bij matige respons op neoadjuvante chemotherapie (gedefinieerd als CPS + EG) score van drie of hoger) bij ER+ HER2- mammacarcinoom BRCAm
  • na adjuvante chemotherapie bij ten minste 4 positieve okselklieren bij ER+ HER2- mammacarcinoom BRCAm

* Bij deze patiënten is het advies om geen adjuvante capecitabine te geven i.v.m. het ontbreken van data die de effectiviteit en veiligheid van de combinatie van olaparib en capecitabine onderschrijven.

Figuur uit Mittendorf EA, Jeruss JS, Tucker SL, et al.2 Afkortingen: CPS + EG, clinicalpathologic staging system incorporating ERnegative disease and nuclear grade 3 tumor pathology; ER, estrogen receptor.

Referenties

  1. Geyer CE, Garber JE, Gelber RD, et al. Overall survival in the OlympiA phase III trial of adjuvant olaparib in patients with germline pathogenic variants in BRCA1/2 and highrisk, early breast cancer. Ann Oncol 2022;33:1250-68.
  2. Mittendorf EA, Jeruss JS, Tucker SL, et al. Validation of a novel staging system for disease-specific survival in patients with breast cancer treated with neoadjuvant chemotherapy. J Clin Oncol 2011;29:1956-62.
  3. Robson ME, Tung N, Conte p, et al. OlympiAD final overall survival and tolerability results: Olaparib versus chemotherapy treatment of physician’s choice in patients with a germline BRCA mutation and HER2-negative metastatic breast cancer. Ann Oncol 2019;30:558-66.