Pieter De Mulder Award 2023

28 juni 2023

De voordracht van kandidaten voor de Pieter De Mulder Award 2023 is van start gegaan.

De NVMO reikt de award volgens traditie tijdens de jaarlijkse Oncologiedagen uit aan een veelbelovende jonge onderzoeker op het gebied van de medische oncologie. Doelstelling van de award is om de jonge onderzoeker in staat te stellen kennis op te doen in een kliniek of instituut in het buitenland ten behoeve van bevordering van oncologische research. Het gaat om een onderzoeksstage van maximaal 3 maanden. De maximale bijdrage hiervoor is 15.000 euro.

Kandidaten dienen uiterlijk 1 oktober 2023 te worden voorgedragen via nvmo@congresscare.com. Bij aanmelding van een kandidaat dient een abstract met het doel van de beoogde onderzoeksstage en de achtergrond en inbedding in het betreffende onderzoek te worden ingestuurd. Het is van belang dat de voordracht door de begeleider of promotor wordt ondersteund. De randvoorwaarden voor toekenning zijn te raadplegen op nvmodagen.nl.

De NVMO-prijs, die mogelijk wordt gemaakt door Pfizer, is in de zomer van 2007 ingesteld ter nagedachtenis aan de Nijmeegse internist-oncoloog prof. dr. Pieter De Mulder (foto). De jury voor de award wordt gevormd door juryvoorzitter prof. dr. Carla van Herpen (Radboudumc), prof. dr. Jourik Gietema (UMC Groningen) en prof. dr. Gabe Sonke (AVL). Een overzicht van eerdere winnaars staat in het onderdeel NVMO-prijzen.

Bijeenkomst Oncologie – SONCOS

5 juni 2023

Op 30 mei vond een platformbijeenkomst Oncologie – SONCOS plaats. Aanwezigen zijn bijgepraat over de eerste procedurele vergadering van de Ronde Tafel Concentratie en Spreiding Oncologie.

lees verder

Wisseling in redactie Medische Oncologie

1 juni 2023

Dr. Tom van der Hulle is de nieuwe voorzitter van de redactieraad van Medische Oncologie. Daarnaast is dr. Annelieke Willemsen toegetreden.

Dr. Annelieke Willemsen is internist-oncoloog en klinisch farmacoloog in Tergooi MC in Hilversum. Ze is ook lid van de commissie Duurzaam- en Doelmatigheid. Internist-oncoloog dr. Tom van der Hulle (LUMC) was voorheen vicevoorzitter van de redactieraad. Nu heeft hij de voorzittershamer overgenomen van internist-oncoloog dr. Jan Willem de Groot (Isala, Zwolle). De Groot blijft in de redactieraad als vicevoorzitter. Internist-oncoloog en klinisch farmacoloog Helgi Helgason heeft afscheid genomen. De redactieraad bestaat verder uit dr. Tineke Buffart, dr. Geert-Jan Creemers, dr. Marloes van Dongen, mr. dr. Jacco de Haan, Maartje van Kats en dr. Rutger Koornstra.

Q&A over aangepaste PASKWIL-criteria

31 mei 2023

De NVMO en de NVALT geven een reactie op de vele uitingen die in de media zijn verschenen na het aanpassen van de PASKWIL-criteria.

De verenigingen geven in een Q&A antwoord op de meestgestelde vragen.

NAAR Q&A

 

NVMO heeft huidige strategie aangescherpt

17 mei 2023

De NVMO heeft besloten om de vastgestelde strategie van 2018 voor de komende jaren te herijken.

Het document NVMO Strategie 2022 - 2026 beschrijft de richting die de NVMO de komende jaren op wil om de positie en belangen van de internist-oncoloog het best te kunnen behartigen op zowel zorginhoudelijk, als op organisatorisch, maatschappelijk en beleidsmatig niveau.

NAAR STRATEGIE

Sacituzumab govitecan niet in basispakket

12 april 2023

De minister van VWS heeft besloten om sacituzumab govitecan voor tripelnegatief mammacarcinoom niet in het basispakket van de zorgverzekering op te nemen.

In maart 2022 gaf de commissie BOM een positief advies over het gebruik van sacituzumab govitecan bij irresectabel of gemetastaseerd tripelnegatief mammacarcinoom. Zorginstituut Nederland erkent de meerwaarde van het middel, maar beschouwt de behandeling niet kosteneffectief. Het advies van het Zorginstituut is om het middel pas te vergoeden als minimaal een korting van 75 procent wordt overeengekomen met de leverancier van sacituzumab govitecan. Prijsonderhandelingen hebben echter niet tot een aanvaardbare prijs geleid. Minister Kuipers heeft de Tweede Kamer geïnformeerd dat het middel niet voor vergoeding in aanmerking komt.

NAAR KAMERBRIEF

Pembrolizumab nog niet positief beoordeeld

12 april 2023

De NVMO ontving het nieuws dat de gezamenlijke zorgverzekeraars die verenigd zijn in de CieBAG nog geen positief oordeel kunnen afgeven over pembrolizumab in de neoadjuvante en adjuvante setting.

De commissie BOM publiceerde begin dit jaar een advies omtrent de behandeling met pembrolizumab in neoadjuvante en adjuvante setting bij niet-gemetastaseerd tripelnegatief mammacarcinoom. Naar aanleiding van dit advies formuleerden experts in mammacarcinoom het standpunt om pembrolizumab enkel neoadjuvant in te zetten.

Duiding CieBAG

De beoordelingen van alle adjuvante behandelingen liggen op dit moment nog bij Zorginstituut Nederland. De CieBAG laat weten dat de duiding van pembrolizumab in de neoadjuvante en adjuvante setting een aantal problemen oplevert:

  1. De controle-arm is inferieur aan de huidige standard of care:
    Aan patiënten zonder pCR wordt in adjuvante setting nog 6-8 cycli capecitabine gegeven, hetgeen leidt tot een toename van de 5-jaars ziektevrije overleving (event free survival, EFS) van 13,7 procent (van 56,1 procent naar 69,8 procent) en een toename van de overleving van 8,5 procent (van 70,3 procent naar 78,8 procent).
    Inmiddels worden er ook dose dense AC-kuren gegeven neoadjuvant.
    In de studie werd de toevoeging van neoadjuvante en adjuvante pembrolizumab niet vergeleken met de dose dense AC-kuren en/of capecitabine adjuvant, de huidige standaard.
  2. De KEYNOTE-522-studie is gestart in 2016 en 2 jaar later (in 2018) is de sample size verhoogd van 855 naar 1150. O.a. EMA schrijft: 'An amendment was required to adjust the control EFS rate and drop-out rate after surgery to account for the potential impact of not allowing the use of adjuvant capecitabine.'
    De controle-arm was dus onder de SoC. Omdat meer mensen uitvallen is de sample size vergroot.
    Het zou kunnen dat het effect in EFS in deze studie dus gedragen wordt door patiënten zonder pCR die ook geen capecitabine hebben gekregen: met dus slechtere prognose dan de standard of care.
  3. De number needed to treat (voor het uitstellen van recurrence bij één patiënt zonder garantie voor een langere overleving) in de gehele studie is 13,3 (95%-CI: 8,1-38,2): om 1 event uit te stellen/te voorkomen, dat is aanzienlijk.
  4. Er kan in de neoadjuvante setting alleen niet gekomen worden tot een positief oordeel in de ogen van de CieBAG:
    a. De kans op pCR in de neoadjuvante setting wordt 9,2 procent groter door het geven van pembrolizumab: van 54,7 procent pCR in de NACT + placebogroep, naar 64 procent in de NACT + pembrogroep (volgens EPAR). Dat lijkt veelbelovend, maar:
    i. Het is onduidelijk hoeveel pCR er bereikt wordt na neoadjuvante dose dense behandeling en of pembrolizumab hier iets aan toevoegt.
    ii. Het is onduidelijk wat de toevoeging van capecitabine adjuvant doet vs. pembrolizumab neoadjuvant.
    iii. Het verschil in EFS voor patiënten met pCR na NACT + pembro en NACT + placebo is niet significant verschillend (HR: 0,73 (95%-CI: 0,39-1,36))
    iv. De correlatie tussen pCR en EFS of OS is niet aangetoond. Uit EPAR: 'There has been no correlation established between the magnitude of difference in pCR between treatment arms and long-term outcomes as assessed by EFS and OS at the study level (Huang, 2020). Further, the relationship between pCR and long-term outcomes for immunotherapy is currently unknown (Keytruda; INN-pembrolizumab (europa.eu)).'
    b. Het door de NVMO gepubliceerde opinieadvies werd niet met cijfers onderbouwd. Hoewel CieBAG het eens is dat het effect van pembrolizumab adjuvant niet apart te beoordelen is, geldt datzelfde voor het effect van alleen de neoadjuvante toevoeging van pembrolizumab. Met andere woorden: de neoadjuvante en adjuvante setting zijn onmogelijk apart te beoordelen in de ogen van de CieBAG.
  5. Winst in algehele overleving is niet aangetoond terwijl dit voor de vergelijkende behandeling wel het geval is (dose dense AC/capecitabine).

De CieBAG heeft daarom Zorginstituut Nederland gevraagd de duiding van dit dossier over te nemen. Het NVMO-bestuur betreurt dat de CieBAG de vergoedingsstatus op ‘nee’ houdt en gaat dit dossier binnenkort met de CieBAG bespreken.

Programma Post-ASCO 2023 bekend

12 april 2023

Het programma van de Post-ASCO 2023 is bekend. Dit NVMO-symposium vindt plaats op 29 juni in Antropia in Driebergen-Rijsenburg.

Tijdens de Post-ASCO 2023 presenteren Nederlandse collega’s het belangrijkste nieuws van de 2023 ASCO Annual Meeting en bespreken ze de betekenis en mogelijke implicaties daarvan voor de Nederlandse dagelijkse praktijk.

Onder anderen internist-oncologen dr. Agnes Jager (Erasmus MC), prof. dr. Gabe Sonke (NKI-AVL) en prof. dr. Miriam Koopman (UMC Utrecht) zullen aan het woord komen. Zij geven presentaties over (neo)adjuvante behandeling van mammacarcinoom, gynae-oncologische varia en behandeling van colorectaal carcinoom.

NAAR PROGRAMMA

Inschrijving Chicago op Schier 2023 geopend

15 maart 2023

Het is nu mogelijk om u in te schrijven voor de driedaagse editie van Chicago op Schier 2023.

Tijdens deze nascholing kunt u de highlights van de 2023 ASCO Annual Meeting bijwonen en de resultaten van studies en de implicaties voor uw praktijk met uw collegae bespreken.

Het congresprogramma is nog volop in ontwikkeling. Zodra er een concreet programma bekend is, kunt u dit vinden op de website van Chicago op Schier 2023.

AANMELDEN