Adviezen commissie BOM

Terug naar lijst
  • Auteur
  • NVMO-commissie BOM
  • Printdatum
  • 26-08-2022
  • E-pubdatum
  • 26-08-2022
  • Bron
  • Medische Oncologie

Adjuvante behandeling met nivolumab bij patiënten met een verhoogd recidiefrisico van een spierinvasief urotheelcelcarcinoom

In de hier besproken CheckMate 274-studie wordt bij patiënten met een radicaal gereseceerd urotheelcelcarcinoom van de blaas, of hogere urinewegen, met hoog risico op recidief, na een mediane follow-up van 20,9 maanden, een statistisch significant langere DFS gezien bij patiënten met een PD-L1-expressie van 1 procent of hoger na adjuvante behandeling met nivolumab gedurende 12 maanden (HR: 0,55 [98,72%-BI: 0,35-0,85]; P < 0,001). Een hoog risico op een recidief werd gedefinieerd als pT3-, pT4a- of pN+-ziekte bij patiënten die geen neoadjuvante chemotherapie konden krijgen of weigerden, en ypT2- tot en met ypT4a- of ypN+- ziekte bij patiënten die wel cisplatine-bevattende neoadjuvante chemotherapie hadden gekregen. Patiënten met gereseceerd primair urotheelcelcarcinoom van de blaas die eerder cisplatine-bevattende neoadjuvante chemotherapie hebben gekregen en in goede conditie verkeren, lijken het grootste voordeel van de behandeling te hebben. Nivolumab wordt over het algemeen goed verdragen, maar toch moest rond de 13 procent van de patiënten de behandeling vanwege bijwerkingen vroegtijdig staken. De huidige resultaten voldoen aan de criteria voor een voorlopig positief advies volgens de PASKWIL-criteria voor adjuvante behandeling. Zodra mature OS-gegevens bekend worden, zullen deze door de commissie BOM worden beoordeeld en zal een definitief advies volgen.

  1. Nederlandse Kankerregistratie (cijfersoverkanker.nl).
  2. Bajorin DF, Witjes JA, Gschwend JE, et al. Adjuvant nivolumab versus placebo in
    muscleinvasive urothelial carcinoma. N Engl J Med 2021;384(22):210214.